Erkenning aannemers

Om een overheidsopdracht van een bepaalde aard en omvang te kunnen uitvoeren, moet de aannemer aan een aantal voorwaarden voldoen. Indien dit het geval is, krijgt hij een erkenning van de bevoegde regionale minister op advies van de federale erkenningscommissie. Daarbij gaat het enkel om werken, niet om leveringen of diensten. Deze voorwaarden betreffen vooral:

  • de technische bekwaamheid;
  • de financiële draagkracht;
  • de professionele integriteit.

Indien de prijs hoger ligt dan een bepaald drempelbedrag, vormt de erkenning het bewijs dat de aannemer aan deze voorwaarden voldoet.

De erkenning geeft aan de aanbestedende overheden het nodige vertrouwen voor een goede en degelijke uitvoering van de werken.

De erkenning is, met andere woorden, een kwaliteitslabel.

Ze is in principe 5 jaar geldig.

Indeling van de erkende aannemers (PDF, 36.97 KB)

De indeling

De aannemers worden ingedeeld in bepaalde:

  • klassen, naargelang de omvang van de werken die zij mogen uitvoeren;
  • categorieën en/of ondercategorieën (PDF, 36.97 Kb), in functie van de specifieke aard van de werken.

Eenmaal een erkenning in een bepaalde categorie of ondercategorie wordt verleend, mag de overheid erop vertrouwen dat de erkende aannemer technisch bekwaam is om die werken uit te voeren en dat het om een gezond financieel bedrijf gaat.

De rol van de FOD Economie

De FOD Economie beheert het erkenningssysteem van de aannemers en onderzoekt daarbij de erkenningen volgens een bepaalde procedure (PDF, 48.11 KB).

Een grote rol is ook weggelegd voor de Commissie voor erkenning der aannemers. De FOD Economie verzekert het secretariaat van die commissie.

Commissie voor de goedkeuring van aannemers

Deze commissie geeft advies over:

  • alle aanvragen tot erkenning;
  • alle herzieningen van een erkenning;
  • de gelijkwaardigheid van buitenlandse erkenningen;
  • alle afwijkingsaanvragen.

Deze commissie onderzoekt ook klachten tegen erkende aannemers en stelt de sancties voor.

De commissie bestaat uit 24 leden en is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van:

  • de federale overheid;
  • de gewesten;
  • de meest representatieve beroepsverenigingen van aannemers;
  • de meest representatieve vakorganisaties van arbeiders in de bouwsector.

Ze wordt voorgezeten door een magistraat.